maandag 15 december 2014

'Jezus ligt denk ik in die andere doos'


'Heb jij Jezus al gezien?'.
'Volgens mij ligt hij in de andere doos'.

'Ga je weer een blogje schrijven over Jezus en de kerststal enzo?'.
'Ja, dat is al bijna net zo'n gewoonte geworden als het opzetten van de stal'.
'Maar, leuk hoor, maar wordt het niet eens tijd voor een blogje over hoe het nou gaat met die bibliotheek van jou, of dat je iets zegt over dat bibliotheekcongres? Dat van Jezus in de soepkom weten je lezertjes nu toch wel?'.

'Leukerdje'.
'Dat weet ik, maar, je kan toch wel iets met dat congres doen. Dat je dan begint met wat die mensen voor je in de rij bij het badges ophalen zeiden. Daar moest je zo om lachen toen je dat vertelde'.
'O, die mensen die zonder een spoor van ironie opgewekt 'Nou, succes met netwerken' tegen elkaar zeiden?'.
'Ja, dat'.
'Ik weet het niet hoor. Ik was maar flarderig aanwezig op die dag. Ik hoorde die meneer uit Birmingham een mooi verhaal houden over z'n Peoples Palace maar hij vertelde dan weer niet dat er een gemeentelijk plan lag om iets van de helft van het personeel uit zijn paleis weg te bezuinigen. En onder het verhaal van prinses Laurentien zat ik alweer met ambtenaar Fokko te mailen'.
'Maar tussendoor hoorde je toch nog wel andere dingen?.
'Jawel, de buren van beneden vertelden een goed verhaal over hun medialab. En je kreeg ook een muffin van ze. Dat was fijn, want toen ik weer even klaar was met bellen met ambtenaar Fokko waren alle broodjes al op. 
'En er waren toch dingen over maatschappelijke waarde?'.
'Ja, twee dingen. Er was een bureau dat de maatschappelijke waarde, of opbrengst daar wil ik van af zijn had uitgerekend van een bibliotheek ergens. Maar in elke rekenregel zat een aanname en ik ben tegenwoordig ernstig allergisch voor aannames. En bij het SIOB verhaal over maatschappelijke waarde moest ik weer weg om te bellen ...'.

'Wordt ambtenaar Fokko niet helemaal gek van jou?'.
'Hoor eens, als zij niet elke keer weer met een raar mismaakt konijn uit een ingedeukte hoge hoed kwamen hoefde ik niet steeds te bellen. Zit je verdorie relatief rustig te wachten op de raadsvergadering van morgenavond lees je plots vage zinnen over het berekenen van maatschappelijke huur in het collegevoorstel'.
'De maatschappelijke huur die de bibliotheek moet redden?'.
'Ja. Ze bezuinigen 40% op de subsidie en dat zou dan weer deels worden opgelost door het laten zakken van die idioot hoge huur. Maar toen ik vorige week over die vage zinnen begon te bellen was dat het begin van een soort waardevermindering van de subsidie die nog het meest leek op de koersdaling van de Russische roebel'.
'Maar, het is toch weer goedgekomen?'.
'Zoiets. Denk ik. Misschien. Waarschijnlijk. Morgenavond wordt er gestemd over het voorstel en dat moet in ieder geval worden aangenomen. En daarna komt er een bedrag.  En als het bedrag niet goed is, dan, nou ja, dan gaan we daarover weer in gesprek'.

'Kun je het eigenlijk zelf nog volgen?'.
'Soms. Toen ik mezelf aan het eind van de week in de agenda van de wethouder had laten zetten en we over het probleem spraken zei ambtenaar Fokko een rare, maar ware zin, 'Iedereen heeft een andere rekensom en iedereen heeft gelijk'. Ik snap elke som, en de redenering achter elke formule. Nu gaat het er alleen nog om welke redenering gevolgd wordt'.

'Weet je, misschien moet je toch maar gewoon iets over Jezus en de soepkom zeggen. Dat lijkt me eigenlijk het enige dat mensen nog kunnen volgen'.
'Ja. Dat is tenminste helder. Jezus ligt ook gewoon dit jaar weer in zijn soepkom. En dat is mooi. Er waren geen ziektes, geen ambulances dit jaar, geen hartstilstanden, geen verpleegtehuizen en we hoefden ook niet terug te komen van vakantie. Dus het was een goed jaar, het is toch weer mooi een jaar erbij voor haar'.

'En Jezus ligt lekker in de soepkom'.
'Ja, kijk hem nou lekker liggen. Nog een paar dagen en hij mag weer in z'n kribbe'.

'Weer een jaar'.
'Weer een jaar erbij'.









donderdag 27 november 2014

En Den Helder raakt weer eens haast iets kwijt



Ik woon in Den Helder.
Iemand moet het doen.

Den Helder is zo'n stad waar politieke partijen splijten op het moment dat ze in de gemeenteraad worden gekozen, er is tenslotte altijd wel een principiële komma waarover je nietsontziende ruzie kunt krijgen. Het is zo'n stad waar erg lang wordt gepraat en gedacht over hoe een winkelstraat moet worden heringericht. Verkeersplannen, artist impressions, rare keien in de middenberm, dat soort dingen. En zodra het dan aangelegd is wordt er iemand bozig en staan er een week later allemaal bordjes die het oorspronkelijke idee onderuit halen en waardoor je er nu alleen nog van 10 tot 8 over 10 mag fietsen mits je naam met een F begint en het warmer is dan 19,5 graden.

In Den Helder staat een postkantoor. Tenminste, ooit was het een postkantoor. Over wat er met dat gebouw moet gebeuren is al menige burgeroorlog uitgebroken. Over die oorlogen ga ik niks zeggen, ik wil nog even kunnen blijven wonen in Den Helder.

Tot 2013 stond het postkantoor leeg. Leeg laten staan is vaak makkelijker dan ergens voor kiezen.

Ergens in 2013 werd er plots gerommeld in het gebouw, er leek weer iets van leven in te komen. Omdat veel me ontgaat duurde het even voor ik doorhad dat er een museum werd gehuisvest, het Rob Scholte museum.

Voor wie niet meteen iets heeft van "Oh, Rob Scholte!", klik hier.

Ja, die Rob Scholte dus.

Werd er gejubeld over het museum? Werd er door de huisbaas, de gemeente fijn soepel meegedacht? Werd er gedacht van "Zo, dat is even mooie positieve publiciteit voor de stad", of "Daar stappen misschien mensen voor uit de auto als ze op weg zijn naar Texel"?

Ik heb het niet gemerkt. Misschien had iedereen het druk met het verklooien van een winkelstraat, dat kan.

De laatste dagen wordt er een hoop geruzied tussen de gemeente en Scholte. Er moet een nieuw huurcontract komen en na een jarenlang liefdeloos negeren van het gebouw zijn er plots wilde, misschien zelfs ambitieuze gemeentelijke plannen voor het pand. Waar Scholte dan weer weinig mee kan. Nou ja, persbericht hier.

Ik struikelde over de zin, "De gemeente zoekt een deskundige die de verbinding kan vormen tussen kunst en vastgoed". Ik zie alweer zo'n ingevlogen modern gekapte huppel met glanzende schoenen en een iPad in een tropisch hardhouten houder door het gebouw lopen terwijl hij/zij uitgekauwde herhaalzinnen mompelt over "open structuren", "verbinden van disciplines" of "het naar binnen halen van de buitenwereld".

Het gaat nergens over, het gaat nergens heen, het lost niks op. En het kost toch een bak geld.

Den Helder heeft nu nog een fijn museum. Het is misschien niet zo blinkend en glanzend als andere musea. Maar dat past wel bij stad. Er hangen nu mooie dingen. Scholte regelt het zelf, geen gedoe, voor niemand.

Dus. Hou de hipster kapsels buiten de deur, maak geen ingewikkelde businessplannen die toch niet op gaan leveren wat je berekent, bemoei je er niet mee, ga eens rustig kijken wat er gebeurt, laat Scholte fijn zitten en ga iets doen aan de echte problemen van de stad. Want die zijn er zat.










vrijdag 21 november 2014

Gedachtes voor een toegift



(Zouden ze nu wat zeggen, tegen elkaar, terwijl ze staan te wachten tot ze weer terug komen? Iets als "Zo, dat laatste nummer ging precies goed zeg", of kennen ze elkaar daar al te lang voor?)

(Waarom heeft die vrouw op de eerste rij in hemelsnaam binnen een muts op?)

(Zijn er tegenwoordig eigenlijk al meer congressen en bijeenkomsten en geef het een naam dingen dan dat er mensen zijn die in een bibliotheek werken?)

(Rotstoeltjes zijn het, het ziet er leuk uit maar na een half uur weet je echt niet meer hoe je moet zitten.)

(Hoe zou het eigenlijk met die Hema academia gaan?)

(De vriend van de mevrouw met de muts heeft een vlassig sjaaltje om. Is er een dresscode? Hebben ze niemand die zegt "Maar dan heb je er buiten niets meer aan?")

(Hebben we The Bad Plus eigenlijk vaker gezien dan Dylan, of Paul Weller?)

(Ik zou weer eens wat vaker moeten bloggen. Met al dat bezuinigingsgedoe is de taal zowat verdwenen.)

(Ik ga stoppen met klappen hoor. Iedereen weet dat er een toegift komt. Gekkigheid dit.)

(Als dat Gastlenen al niet op tijd af is, hoe moet dat dan wel niet met die Landelijke Bibliotheekpas gaan?)

(The Bad Plus 6, Weller 4, Dylan 5. Ingewikkelde Bleekneuzen Jazz wint.)

(Daar komen ze al, zie je wel, ze stonden gewoon op een kluitje te wachten tot het afgemaakt kon worden.)

donderdag 6 november 2014

Wat bedoelt ze nou?


Het zal best dom zijn, of mosterd na een maaltijd. 

Maar, ik liep net met iemand naar de buitendeur toen ik de poster die hier boven staat zag hangen.  En ik snap hem niet. Echt niet.

En nu weet ik wel dat ik door al dat bezuinigingsgedoe tegenwoordig veel beter kan rekenen dan dat ik kan lezen, en dat er ook wat weinig ruimte in m'n hoofd is om zinnen op allerlei creatieve manieren uit te leggen. 
En ik was ook wat anders aan het doen en ik kan bar slecht multitasken. 

Maar, ook met die slagen om de arm snap ik het nog steeds niet.

"Door te lenen, werk ik niet voor niets".

Omdat ze leent krijgt ze salaris?
Als ze dan niet zou lenen, zou ze dan wel voor niets werken? 
Als ze niet leent, en ze werkt voor niets, hoe kan ze dan wat kopen (als ze tenminste iets koopt wat ze anders zou lenen)?
En als ze niet voor niets werkt, verdient ze dan zo weinig dat dat bedrag gelijk staat aan dat wat ze kan lenen?

En wat doet ze eigenlijk?
Ik zie haar niet werken. Misschien heeft ze een smartphoneding in de hand. Misschien kan je daar op werken, maar echt heel duidelijk is het me weer niet. 

Of is het dat ze, omdat ze leent nog iets van geld overhoudt? 

Ik zie het gewoon niet. Het klopt vast. Het is tenslotte een weluitgedachte en ook niet geheel goedkope campagne. Dus het moet aan mij liggen. Aan mij met m'n cijferhersenen.

Maar, kan iemand me het dan uitleggen?
De oplossing ligt vast voor de hand.
Want anders weet ik precies hoe het gaat. 
Ik ga hier weer veel te lang over nadenken.
En daar wordt niemand blij van. 
Echt niet.
Geloof me.

vrijdag 24 oktober 2014

De bibliotheek Heiloo kan overal zijn



Net nu ik in mijn vorige postje neerzette dat ik, wat betreft de situatie van de Bibliotheek Langedijk "gematigd positief" ben dreigt het onheil in Heiloo toe te slaan.

U kent de bibliotheek Heiloo misschien niet. Dat kan. zelf ken ik ook niet bepaald alle bibliotheken in Nederland. Maar, wij in Langedijk werken met ze samen. Vandaar misschien.

Ze werken hard, in de bibliotheek Heiloo. Ze doen er van alles, en misschien daardoor hebben ze er  een bovengemiddeld aantal leden. Alom succesvol.

Maar dat hoeft tegenwoordig niet te betekenen dat er niet dramatisch bezuinigd wordt.

Op de website van de bibliotheek Heiloo staat een link naar een petitie die getekend kan worden. De petitie mag, ik heb het nagevraagd,  door iedereen uit welke woonplaats dan ook ondertekend worden.

En misschien woont u dus niet in Heiloo, die kans is best groot. Maar als het even tegenzit gebeurt er binnenkort iets bij u in de buurt dat u ernstig aan Heiloo gaat doen denken.

En ja, je kunt eindeloos discussiëren over de voors en tegens van petities, net zoals je eindeloos kunt discussiëren over het uitlenen van eBoeken, landelijke bibliotheekpassen, retail, de toekomst van bibliotheken en de voors dan wel tegens van al dan niet megalomane nieuwbouwplannen.

Ik stel voor dat u eerst de petitie ondertekent. Hier.

Dan kunt u daarna fijn verder eindeloos door discussiëren.

Vrijdagsliedje.

Maar als de hemel valt,
Zullen we het samen moeten dragen

Typhoon. Mocht hij ergens in de buurt, of een flink eind verder weg optreden, koop een kaartje en ga kijken. Neem wel een kind in de leeftijd van 14 tot 18 of zo mee. Anders zou je je wat misplaatst kunnen gaan staan voelen. Maar dat is dan weer een heel ander verhaal.

donderdag 16 oktober 2014

Maar, hoe gaat het nu eigenlijk, in de Bibliotheek Langedijk?



Tja.
Maar, leuk dat u het vraagt.

Op die vraag zijn vele antwoorden te geven. Ik ga een poging doen om er één te geven. Maar, ik zeg het er meteen bij, een ander had ook gekund.

Previously on The West Wing:

Ergens eind april van dit jaar, al lijkt het al vier jaar geleden, kregen we te horen dat de bibliotheek, net als alle andere instellingen, verenigingen, sportclubs etc in Langedijk in 2015 40% minder subsidie zouden ontvangen.
Dat staat er best nuchter, maar zo voelde het natuurlijk niet. Een zo forse bezuiniging op een bibliotheek zonder vet op de botten (misschien zelfs zonder alle botten) kan alleen maar worden verwerkt met uiterst drastische maatregelen.

De belangrijkste maatregelen

Vijf van de tien medewerkers worden ontslagen. Ik ontsla mezelf voor 8 uur.
De bibliotheek in De Binding zegt de huur op van de jeugdafdeling op de eerste verdieping en van alle andere ruimtes op die verdieping op 1 na (een kantine is niet echt heel erg noodzakelijk meer als er nauwelijks mensen over blijven om hun brood op te eten).
Sluiting van het steunpunt in Sint Pancras.
Een forse vermindering van de collectie.

Een reorganisatieplan werd geschreven en opgestart.
Dat staat er ook weer heel nuchter. Het schijnt dat je tegenwoordig heel zakelijk en koel naar dat soort beslissingen moet kijken. Dat hoorde ik tenminste om me heen. En ik ga er niet over doorzeuren hoor maar toch, vijf mensen ontslaan die hier al heel lang met plezier en met idioot veel inzet werk doen dat door bibliotheekbezoekers zeer gewaardeerd wordt, daar nuchter over doen, dat is dus echt zware onzin. Mondspoelonzin.

Tijdens de behandeling van de Kadernota verschoof er iets. De urgentie van de situatie werd plots duidelijk. Er werden moties ingediend, die het niet haalden of werden teruggetrokken maar, het ging niet meer alleen over alleen maar geld. Er werd overlegd, gepraat. Sommige gesprekken waren goed, hoopvol. Andere waren, hmm, minder hoopvol.

Door de gesprekken die goed waren werd de ingangsdatum van de reorganisatie verschoven van 1 september naar 1 november.

Er werd gezocht naar andere plekken waar de bibliotheek heen kon, als het niet anders kon. De hoge huurlasten in dit erg mooie gebouw zijn één van de grootste problemen. Zonder veel moeite werden er drie andere, betaalbare locaties gevonden. Handig voor in de achterzak.

En nu, nu is er het voorstel van het college om in het gebouw De Binding voortaan een maatschappelijke huur te gaan vragen. De huur (voor één verdieping, van de andere is de huur inmiddels formeel opgezegd) daalt daarmee van bijna anderhalve ton naar iets rond de €35.000,- 

En dan? Is het dan nu, met die daling van de huur het probleem opgelost?

Hmm ... misschien.
Hopelijk?

De huur daalt vreselijk fors maar, een ander voornemen van het college is om het huren van gemeentelijke ruimtes niet meer te subsiedieren, dat is "zinloos rondpompen van geld". Prima plan maar dat voornemen zorgt ervoor dat ik op dit moment eigenlijk niet meer weet hoeveel geld er volgend jaar is. Dit gaat er af, dat gaat er af. Maar van welk bedrag gaat het dan precies af? Daar wordt dan nu weer hard over gerekend.

En dan moet de gemeenteraad het hele plan over de maatschappelijke huur ook nog aannemen.

Dus, als je alle taal, voornemens en weet ik wat wegkapt is de formele situatie op dit moment nog steeds zo dat op 1 november het reorganisatieplan ingaat, de bibliotheek alles op één verdieping neer gaat zetten, nou ja, alle maatregelen die hier boven staan,

Of ik denk dat het goed afloopt? In een krant staat dat ik "gematigd positief" ben. Ik denk dat het wel het beste omschrijft. Er is licht, aan het eind van een tunnel. Maar ik kan nog niet goed inschatten hoelang de tunnel is en echt helemaal zeker dat er niemand aan het eind van de tunnel plots het lichtknopje op "uit  zet is het ook nog niet.

Liedje.
Ik heb me rot gezocht naar een liedje dat bij het verhaal past. Maar er is weinig te vinden over huurverlagingen.
Ik heb even gedacht aan "Confusion" van New Order. Omdat het vaak zo voelt. Maar ik doe toch een lied van reggae-dichter Linton Kwesi Johnson, het heet "Time Come", maar hij zingt toch echt "It Soon Come".

Het wordt tijd.
Echt.

donderdag 18 september 2014

Een Nationale Bibliotheek Pas


Ik heb altijd gedacht dat de Verschrikkelijke Sneeuwman eerder gevonden zou worden dan dat er een Nationale Bibliotheek Pas zou zijn.

Maar ik geloof dat ik ongelijk ga krijgen. Of de Sneeuwman moet ergens in 2015 in een bergspleet vallen en op de foto worden gezet.

Gisteren was ik bij een heuse roadshow. Zelf ben ik al zo oud dat ik dat woord koppel aan een discodansavond in een rokerig achterafzaaltje met brak geluid, maar een roadshow kan dus ook over de Nationale Bibliotheek Pas gaan.

Ik heb wat dingetjes opgeschreven, zodat ze me bij zouden blijven. Vrees niet, ik zat naast Wim Keizer en die gaat er een verhaal voor Bibliotheekblad over schrijven. Het komt dus goed met de volledigheid, mits u natuurlijk een toegangscode heeft voor de website of wacht op de papieren versie.

Ooit bleek uit een onderzoek dat 27% van de ondervraagden (leden geloof ik) hevig geïnteresseerd zouden zijn in een pas waarmee je in alle openbare bibliotheken kon lenen. 29% van de ondervraagden vonden het trouwens allemaal wel best. Maar die komen misschien nog tot inkeer.

Een Nationale Bibliotheek Pas zou een goed gevoel bij mensen creëren. En mensen met een goed gevoel haken minder vlug af.

De pas is er alleen voor leden van VOB bibliotheken.

De pas zal niet alleen gaan over fysiek materialen lenen (bij dit onderdeel werd het wat lastig te volgen). Het idee is (dacht ik) dat je lid wordt van de bibliotheek en dat je daarna weer keuzes kunt maken. Je zou bijvoorbeeld ook mensen die alleen koffie drinken aan de leestafel een koffiepas aan kunnen bieden. Of misschien een krantenleespas. Dat hoeft natuurlijk niet, maar het registreert wel fijn.

De pas zou er, als er later dit jaar mee wordt ingestemd, moeten kunnen zijn per 1/1/2016

We moeten dan wel allemaal met een pas met een chip erin gaan werken (maifair/mayfair). Terwijl ik dat hoorde bedacht ik me dat we in Langedijk niet van die passen hebben. *mental note to self: nagaan wat die passen kosten en in de toch al geheel gestripte begroting gaan kijken waar die passen van betaald moet worden*

En toen kwam het, het ultieme hoogtepunt. Als een pas overal geldig is, om materialen te lenen bedoel ik, bij een koffiepas zie ik geen problemen, als die pas over geldig is is het niet meer dan logisch dat de tarieven ook overal hetzelfde zijn.

Laat u dat idee even door u heen sidderen. De Nederlandse bibliotheekwereld, met al zijn verschillende tariefjes voor ditjes en datjes gaat over op één gelijkluidend, overal hetzelfde, prijzenstelsel.

In de vluggigheid schreef ik op, "klein" €28,-, "basis" €48,- en "groot" €68,-. De namen waren trouwens anders bedenk ik me nu, "groot" gaat "top" heten, maar de andere namen ben ik vergeten. 

Daarna ging de ochtend verder over Gastlenen. Maar omdat ik in mijn hoofd bezig was met uit te rekenen wat de mogelijk nieuwe tariefstructuur voor de belabberde financiële positie van "mijn" bibliotheek betekende ben ik die info wat kwijt geraakt. O, ik hoorde later nog wel dat er een overgangsperiode van 3 jaar komt waarin een bibliotheek de leden langzaam kan laten wennen aan de nieuwe prijzen.

Het was een boeiende ochtend. De sprekers waren duidelijk. Wij, de bezoekers zaten er goed bij. Er waren vragen, er waren antwoorden. 

Toen ik terugliep naar het station kwam ik een vrouw tegen. Ze zat op de grond met haar benen recht vooruit. Ze leunde tegen een stapel dozen, of een lantaarnpaal. Haar blik was strak en leeg. Naast haar zat een klein wit hondje. In haar handen hield de vrouw een wit vel, "Wij zijn dakloos en hebben honger".

En natuurlijk heeft het beeld, van die vrouw met dat hondje niets te maken met de ochtend over een grootschalig en vernieuwend project. Je kunt niet alles dat moet gebeuren terugredeneren naar een toevallig pijnlijk beeld dat je bijblijft, dan is het eind zoek, Het één heeft niet altijd met het ander te maken.

En zo zijn er vast nog meer redeneringen.

vrijdag 5 september 2014

Sfeerwandeling



Het was de dag na de dag waarop we ontdekten dat de nummers en tekens op de bomen in het bos niets met een wandelroute te maken hadden. Natuurlijk gaf ik dat, met mijn meer dan perfecte richtingsgevoel pas echt toe op het moment dat alles wat op een pad leek allang was opgelost in overdadige braam- en andere prikstruiken.
Na een uur loopstruikelen op relatief maar onderbouwd goed geluk, "We stonden bovenop een heuvel, als we naar beneden lopen staan we dus automatisch onderaan de heuvel", spuugde het bos ons weer uit.
Ook de derde poging om door de heuvels van Palamartsa naar Opaka te lopen was jammerlijk mislukt.

Omdat je onmogelijkheden moet erkennen, al is het maar tijdelijk, sloegen we de dag daarna het eerste tractorspoor buiten het dorp naar links in. Na een uur of wat bereikten we, totaal onvoorbereid een ruïne. Na over wat stenen te zijn geklauterd lazen we op het tweetalige bord (het Engels dat we min of meer begrepen leek door een niet al te nauwkeurige versie van Google Translate vertaald te zijn) dat het om een heuse Romeinse ruïne ging.
Na wat rondlopen door het oude steen liepen we over het enorme, en lege parkeerterrein naar een glanzend gebouw van twee verdiepingen. Het was, inderdaad, een bezoekerscentrum. Binnen stond een miniatuur versie van de ruïne en er lagen wat (4 of 5) overduidelijk niet oude Romeinse helmen. Wat er verder in het best forse gebouw te doen was bleef mysterieus.
Nergens was iets te koop. Geen eten. Geen drinken. Er waren geen kraampjes, geen winkeltjes. Er was geen audiotour, er waren geen posters, of kaarten.
Er was eigenlijk alleen maar een ruïne.

Ik vertelde Zeno, een kortgeleden uit Turkije naar Bulgarije geëmigreerde hond over de Bulgaarse ruïne. En over hoe zoiets in Nederland aangepakt zou zijn. Met websites, Facebookpagina's en glimmende folders. Dat er een restaurant naast gezet zou zijn, waar je kleine stukjes mooi vormgegeven gebak zou kunnen kopen, met een gedesigned vorkje en een toefje slagroom uit een spuitbus. Dat er rijen zouden zijn geweest, en werknemers in uniforme pakken die de bezoekende bussen naar de juiste plek zouden hebben verwezen.

Daarna vertelde ik hem over de wandelpaden in Nederland. Over de paaltjes met kleurtjes en nummertjes waarover je soms nog net niet struikelt. Ik vertelde hem over al de routes die er zijn, het marskramerpad, het kustpad, het noaberpad, het trekvogelpad, het waterliniepad, het grenslandpad, dat er zelfs door Den Helder een wandelpad liep.

Zeno bleef me wat waterig aankijken.

Toen ik hem vertelde dat we, toen we naar Schiphol reden, langs een groot glanzend bord reden waarop een Boerenversmarkt werd aangekondigd waar weer een ander groot glanzend bord naast stond dat vertelde over een sfeerwandeling waaraan je tussen 9.30 en 11 uur mee kon doen vond hij het plots genoeg. Ik denk zelf dat het door het woord "sfeerwandeling" kwam.

Zeno gaapte, draaide zich om en sjokte naar zijn zelfgegraven "tegen de hitte in de middag" kuil. Na een tijdje deed hij zijn ogen open, keek me aan en echt, ik zweer dat ik even dacht dat ik hem wat zinnetjes uit een liedje van The Talking Heads hoorde hummen.

I wouldn't live there if you paid me.
I couldn't live like that, no siree!

Maar dat kan natuurlijk helemaal niet.
Zeno is niet oud genoeg om The Talking Heads te kennen.

dinsdag 2 september 2014

De bibliotheek in Palamartsa, Bulgarije

De voorlaatste keer dat ik tijdens een vakantie een bibliotheek bezocht was in Londen. Thatcher was nog aan de macht. En eigenlijk bezocht ik die wijkbibliotheek niet echt. Ik zat er op een bankje voor, te kijken naar de mensen die tegen een schuifdeur aanliepen die niet open schoof. Door bezuinigingen had die bibliotheek het aantal openingsuren sterk verminderd.

De bibliotheek in Palamartsa, Bulgarije heeft geen schuifdeuren. Maar misschien is het al heel wat dat er in het dorp waar ooit 2000 mensen woonden maar nu nog maar zo'n 500 of 600, een bibliotheek is.


De bibliotheek bevindt zich op de eerste verdieping van iets dat denk ik een dorpshuis is. Die eerste verdieping is lastig voor ouders met kinderwagens. Maar eerlijk gezegd heb ik die in het dorp nog nooit gezien. Voor de kromgetrokken oudere mensen lijkt het me ook erg lastig, maar die hebben waarschijnlijk in Bulgarije al zoveel ellende meegemaakt dat dit ongemak er ook nog wel bij kan.


Een met plakbandstukjes vastgemaakt velletje met openingstijden. Denk ik.


 
De gang naar de bibliotheek. Met gordijntjes.

De jeugdcollectie en een presentatie, misschien was die op thema

De collectie voor volwassenen. Gewoon op alfabet, Bulgaars alfabet. Geen retail. Niks.
Geen geautomatiseerde uitleen, geen rfid, geen anti diefstal. In sommige boeken zat nog een stempelbriefje, maar in de meesten was zelfs dat nog weggelaten. De bibliothecarsesse, die te matig Engels sprak voor wat voor gesprek dan ook, schreef de boeken gewoon in een groot uitgevallen schriftje.

De enige bezoekers van de bibliotheek zaten achter de drie pc's die er waren. Of er een catalogus op de pc te raadplegen was bleef onduidelijk. De jongens keken naar andere dingen.

Misschien zijn er overeenkomsten, misschien zijn er verschillen. Het kan waarschijnlijk allemaal. Maar er was in ieder geval in een onooglijk klein dorpje op het platteland van Bulgarije een heuse bibliotheek.





dinsdag 19 augustus 2014

Zijn we eigenlijk allemaal een jachthaven?



Met water, of boten heb ik bitter weinig. Natte zooi.

Toch keek ik, nadat ik in een boek was gaan bladeren tijdens een item in het journaal van afgelopen vrijdag over apotheken die wel bedragen declareerden voor het geven van voorlichting maar die niet gaven, met belangstelling, of stijgende verbazing, naar een stukje over de problemen van jachthavens in Nederland (hier, even schuiven naar 20:20:20).

"Van de 1100 jachthavens in ons land dreigen er 100 te verdwijnen. Want het bezitten van een plezierbootje is lang niet meer zo populair als het ooit was. De vergrijzing slaat toe en steeds minder jonge mensen nemen een boot".

Associeer even vrij en er komt je misschien iets bekends voor.

Ouderen gaan binnenkort stoppen met hun boot, jongeren schaffen minder vaak een boot aan. De toekomst van de jachthaven is onzeker.

Het tij moet gekeerd, het roer moet om.
Ik verzin het niet, betaalde journalisten spreken die clichés.

Gelukkig is er een oplossing. De man van de HISWA legt het uit.

"Je moet denken van een parkeerterrein voor boten naar een belevenisomgeving voor waterrecreanten die mekaar daar ontmoeten."
"Een belevenis?"
"Een belevenis.'
"Voor, een ervaring?."
"Een experience.'

Logeerboten, barbecueplekken, rosé, dat soort dingen.

"Van oeroude traditie naar marketing en modewoorden op t-shirts."

En gelukkig sprak een mevrouw van een jachthaven uit dat ze zichzelf moesten heruitvinden en dat ze veel meer moesten gaan aanbieden.

Zoek de plaatjes, kleur de verschillen. Of iets dat daar op lijkt.

En ik vroeg me af, die oplossing die die man van de HISWA noemde, zou er ergens in Nederland een geheime plek zijn waar steeds dezelfde antwoorden op steeds dezelfde vragen worden verzonnen?
En, als alles straks een belevenis is, moeten we dan, maar dat kan komen door het apothekersitem ervoor, allemaal aan de ritalin?

Zijn we allemaal jachthavens? Moet er samengewerkt worden met jachthavens? Kan er kennis gedeeld worden? Of moeten we in ieder geval zelf de doelgroep "mensen met boot" maar opgeven omdat die al ergens anders een community krijgen?

Maar ook, als alles straks een voorgeprogrammeerde, uitgedachte en in de markt gekwakte belevenis is, is een belevenis dan eigenlijk nog wel een belevenis? Is er dan eigenlijk nog wel iets te beleven?


 

dinsdag 15 juli 2014

De man op het uitvouwbare krukje


Hij was later gekomen dan de meesten. Er zaten al mensen op de grond voor de eerste rijen met slechtzittende stoeltjes. Hoewel er geen plek meer leek te zijn vond hij er toch één, precies in het midden. Hij moest er een meisje voor overtuigen om wat op te schuiven maar toen was er plek en kon hij zijn uitklapkrukje neerzetten.

Die zie je soms, niet veel maar soms. Mensen met een uitvouwbaar krukje. De hele zaal lijkt vol, mensen zitten, hangen en staan maar met zo'n uitklapkrukje is er altijd plek.Mensen in de buurt gniffelen altijd als er zo'n krukje verschijnt. Maar na een half uur moeizaam hangen of op de plaats hinkelen wil bijna iedereen wel op zo'n krukje.

Ibrahim Maalouf speelde zacht en dan weer hard. Melodieus, sentimenteel,  gevoelig, en dan leek het weer een beetje op een arabische bruiloft waar het recalcitrante neefje een hardrock cd opzet. Technisch angstig goed, integer, vriendelijk. Ergens, op de helft of driekwart speelde hij heel zacht, een melodie die wel moest ontroeren, zelf al weigerde je dat toe te geven. Ergens op het eind van de solo gingen er steeds meer mensen staan. Ze klapten, en bleven klappen tot de hele zaal stond. Maalouf wilde wat zeggen, maar kwam niet boven het applaus uit. En niemand ging meer zitten. Platspelen kan ook betekenen dat mensen juist gaan staan.

De man op het uitvouwkrukje was ik toen al uit het oog verloren. Maar voor iedereen ging staan had ik hem nog gezien. Hij zat voorovergebogen op de maat heen en weer te wiegen met zijn hoofd. Helemaal in de muziek zat hij. Toen zijn hoofd een keer naar links draaide, en ik toevallig zijn kant op keek zag ik hoe er brede stromen van tranen over zijn wangen liepen.

Drie dagen tussen de suspecte vastgoedhandelaren met lichtroze overhemden, tussen de strakgejurkte  meisjes die slechts champagne nippen en elkaar hautaine luchtkussen geven. Drie dagen duur, maar vooral te matig eten, drie dagen tussen duizenden mensen die allemaal voor wat anders komen en ook allemaal tegelijk een andere kant op willen en gaan.
Soms is het daar alleen maar irritant, vaak is het leuk, of aardig, of boeiend en in een goed jaar er één moment waarin "het" gebeurt.

En dat "het" is dan weer lastig te omschrijven.
Al denk ik dat de man op het uitvouwbare krukje het begreep.

Ik kwam vanmorgen op het werk en iemand vroeg "hoe was het gesprek met de gemeente vorige week?", en ik kon het me even echt niet meer herinneren. Het was voor een groot deel gewoon verdwenen. Ik moest een tijdje praten voor het langzaam weer terug kwam.

zaterdag 5 juli 2014

Beste F.

Ik zou je eigenlijk vorige week al schrijven maar toen was het allemaal erg donker. En zicht op het vinden van het lichtknopje was er ook niet.

Je vroeg hoe het ging. Nou, niet zo zeg maar. De laatste twee weken waren heftig, of hevig, of alle twee.

Zoals je denk ik wel weet hoorde ik ergens eind april of zo (ik ben de tijd een beetje kwijt de laatste weken) dat er 40% op de bibliotheek Langedijk bezuinigd zou worden. Niet dat iemand vond dat de bibliotheek overbodig was, of dat het werk dat we deden plots zinloos was geworden, het was een automatisme.

Tijdens de vorige raadsperiode werkte het college aan een nieuw subsidiebeleid, maatschappelijke kaders, doelen, resultaten, opbrengst, dat soort dingen. Helemaal geen slecht idee maar op het allerallerallerlaatst werd het voorstel door de gemeenteraad verworpen. En toen dat gebeurde gold er, de gemeente zit namelijk ernstig in de financiële problemen, voor alle instellingen, voetbalclubs, tennisvelden verzin het maar een bezuiniging van 40%. Geen argumentatie, geen beleid, geen visie, gewoon een rekensom.

Begin juni kregen we een officiële aankondiging van de bezuiniging. En toen was het niet meer tegen te houden. Het niet in gang zetten van maatregelen zou het zekere sluiten van de hele bibliotheek betekenen.

Je hoort het vaker, te vaak, dat er medewerkers van bibliotheken ontslagen worden. Ik ben al zo oud dat in de tijd dat ik begon mensen hoogstens ontslagen werden als ze zwaar incompetent, permanent dronken of diefstallerig waren. Dat is nogal veranderd. Al lees je er weinig over. In de bladen of op de glanzende websites. Het ontslaan, wat veel moet gebeuren tegenwoordig, voltrekt zich achter een scherm. Voordat scherm doen we leuke dingen, praten we over 3d printers, marketingacties en het nut dat bibliotheken hebben in het decentralisatieproces. Achter het scherm wordt er ontslagen. Achter het scherm is het donkerder.

Ik ga me niet beklagen hoor, echt niet. Dit is mijn werk, en ik weet dat dit nu zo moet, niet anders kan. Maar f... zeg, 6 mensen vertellen dat ze per 1 september boventallig worden (om maar in de juiste taal te praten) ... En, maar dat weet je, dit is een heel klein bedrijf. Ik ken al die mensen al jaren, ik weet hoe ze denken, ik ken hun persoonlijke situaties, hun geschiedenis. De ene dag maak je nog grappen, is er een "wij". Maar na gesprek 1 is er geen grap meer. En het "wij" is plots "jullie" en "zij" geworden. Maar over dat soort dingen, de dingen die gebeuren achter het scherm lees je niet. Daar praten we misschien liever niet over.

Dus de afgelopen twee weken waren er die gesprekken. En deze week was er de politiek. Twee raadsvergaderingen, over de kadernota. De laatste weken heb ik veel tegen mensen aangepraat, mensen die in partijen zitten enzo. Maar er gebeurde niet echt wat, er schoof niks of niemand merkbaar. Afgelopen week werd dat iets anders. De voorzitter van het bestuur sprak in met een soort "best of" van al de teksten die we de laatste weken gebruikt hebben. En hoewel geen van de ingediende moties het haalde, en hoewel er nog steeds niets echt is veranderd lijkt er plots een besef te zijn van "wacht, misschien moeten we toch eerst nog even heel goed met elkaar gaan praten".
En dat besef zou het gezochte lichtknopje in het duistere donker wel eens kunnen zijn.

Beter laat dan nooit heet het dan geloof ik. Dus nee, ik heb nog niet echt zicht op een echte oplossing. Al denk ik, misschien te positief of te naïef wel dat we, onder hevige tijdsdruk al pratend nog ergens kunnen komen.

Want wat er nu gebeurt is eigenlijk belachelijk. Wij bezuinigen onszelf regelrecht een graf in terwijl we weten dat over het grootste probleem, de huizenhoge huur, door de gemeentelijke huisbaas zwaar wordt nagedacht om die aan te passen tot een bedrag dat normaal is. En die bezuinigingen en de huur zijn nu twee gescheiden processen. Al pratend moet dat toch tot 1 gemaakt kunnen worden lijkt me.

Misschien is dit allemaal geratel. Dat kan. Je hersenen gaan met dit soort dingen in een soort permanente staat van overdrive.  Je hoort het vast nog wel, hoe het verder gaat.

Liedje erbij.
Prettig weekend.

dinsdag 10 juni 2014

Rozen voor meneer Weller


Het leek wel een reünie. Al liet niemand dat merken, en had er maar één bloemen mee.

De kleine Indische mevrouw stond weer tegen het podium gedrukt, iets links van daar waar hij zou gaan staan zingen. Haar dochter was er ook. Links van haar de kale Nederlandse meneer. Rechts stond hij die we "voorzitter van de Paul Weller fanclub" noemen. Zijn haar zat beter dan de vorige keren, dat viel ons op. Rechts van hem de enorme, ook al kale Engelsman met wat vrienden.

D was er, met zijn zus. Maar ze stonden te ver achter ons om de afgelopen anderhalf jaar door te nemen. Dus ik weet niet of er nog iemand dood is gegaan sinds het vorige optreden.

Er was een mevrouw in een rolstoel. Haar begeleidster duwde haar tot voor het podium waar ze de hele avond schuin omhoog heeft gekeken. Vaak met haar kin leunend op haar rechterarm die weer steunde op een armleuning van de rolstoel. Schriel, aandachtig en verstild zat ze daar, tussen de meezingende mensen.

 Above the clouds, what's to be found
I have to wonder, will I be around

Er zit een lang uitgerekte uithaal in dat lied. Een die een tijd aanhoudt, ergens bij above.  Het publiek nam de uithaal over en gooiden hem terug naar het podium.

De vrouwen, of vriendinnen van de Engelsen voor ons stonden boven. Ze stonden, spreiden hun armen wijd en bewogen die op en neer, alsof ze hun meezang zo extra naar het podium wilde duwen.

Aan het eind van het lied had de vrouw in de rolstoel zich omhoog gewerkt, ze gaf een bos rozen aan Paul Weller. Hij reageerde er wat schuchter, misschien zelfs nurks op en bespotte in dezelfde zin twee "geezers" die elk liedje opschreven. Een van de twee was de voorzitter van de fanclub. Het moet niet makkelijk zijn om voorzitter te zijn.

Ik had best willen weten waarom de vrouw de rozen gaf. Maar het was te druk om bij haar in de buurt te komen, als ik het al had durven vragen natuurlijk. Zoiets is makkelijker geschreven dan gedaan.

Het was een fijn optreden, dat Paul Weller gaf in Paradiso. Niks nieuws, maar iedereen had er zin in. Na de verwachte twee toegiften volgde er nog een derde. Daarna nam Weller alsnog de bos rode rozen mee die hij eerder ergens gedachteloos had neergelegd.

Onverwacht kwam er nog een vierde toegift, toen werd het een echt feestelijke reünie. De dansende en springende mensen hebben de mevrouw in de rolstoel waarschijnlijk een benauwd moment bezorgd. Al zat ze misschien ook wel gewoon na te genieten van het beeld van een met haar bos rozen zwaaiende jeugdheld.

vrijdag 6 juni 2014

Morgen is het weer 7 juni


Ik bedacht me pas gisteren dat ze er de hele week al tegenaan zat te hikken.

Net wat brommeriger, net wat meer last van de ene en dan weer de andere kwaal. Een thuiszorgmevrouw die niet vriendelijk was, en de jongen meeuwen op het dak aan de overkant waren vorig jaar ook al veel leuker.

Pas gister zag ik goed wat voor datum het morgen is.

Ze zal er niet meteen wat over zeggen. Eerst drinkt ze wat koffie, eet ze wat van het meegebrachte gebakje. En als ze dan een tijdje opmerkelijk zwijgzaam is geweest zal ze vragen of ik wel weet wat voor dag het is.

Daarna praten we over toen, die dag. En over daarvoor en daarna. Ergens zal ze zachtjes gaan huilen en zeggen dat ze hem nog zo mist. En na een tijdje zal ze dan "nou ja, het is niet anders" zeggen en afwezig over andere dingen gaan praten.

Ze zal waarschijnlijk fronsen als ik vertel dat we 's avonds naar Amsterdam gaan. In zichzelf zal ze zich proberen te overtuigen dat ze zich niet druk moet maken over de overeenkomsten. De datum, de dag in de week, het warme weer en de plek die maar iets afwijkt van die van jaren terug. Misschien zal ze terloops vragen of we de mobiele telefoon wel kunnen horen, voor het geval dat.

Zo tegen of iets na half negen zal Paul Weller opkomen. Er zal geklapt en geroepen worden. Wat Engelsen zullen zich, half dronken nog vlug voor ons proberen te wurmen, tevergeefs.

Het zal even stil worden voor de band begint te spelen. En als alles gaat zoals te verwachten is zal het eerst liedje "Sunflower" zijn.

And I miss you so, and I miss you so
Now you're gone, I feel so alone
Oh I miss you so


En waarschijnlijk kijk ik daarna op m'n telefoon, om zeker te weten dat de geschiedenis zich nooit precies herhaalt.

dinsdag 20 mei 2014

Een 7punts liftpitch


Er zit van alles achter een inlog.

Zelfs de bibliotheek in 7 punten.

Voor wie geen inlog heeft en toch razend nieuwsgierig was of is naar die 7 punten, zie hieronder.

Elevator pitch in zeven punten
Zeven punten waarmee u uw raadsleden en ambtenaren kunt overtuigen van de samenwerking met uw openbare bibliotheek.
Met de komst van nieuwe toetreders in onze branche hebben enkele leden de VOB verzocht een kernachtige tekst op te stellen die bibliotheekdirecteuren kan ondersteunen bij hun contacten met de gemeente(n). Log rechtsboven in.
[...]
1. Uw Openbare Bibliotheek biedt meer dan lenen en lezen
Sterker: uw Openbare Bibliotheek LOKT!
  • helpt Leren;
  • stimuleert Ontmoeting;
  • betrekt Kennis, Kunst en cultuur en;
  • versterkt Taalontwikkeling.
2. Uw Openbare Bibliotheek is een belangrijke partner voor u als gemeente
Want wij realiseren, samen met lokale partners, uw plannen met het oog op ontwikkeling en participatie van uw inwoners: leren en weten is delen en meedoen.
3. Uw Openbare Bibliotheek helpt laaggeletterdheid te bestrijden
Weet u: wie goed leest, leert beter, gaat digitaal, vindt eerder werk, doet mee en draagt bij aan de economie.
4. Uw Openbare Bibliotheek is een belangrijke partner voor het onderwijs
Omdat onze goed opgeleide leesconsulenten specifieke kennis hebben over leesbevordering en over (jeugd)boeken. Samen met leerkrachten stimuleren zij leerlingen en hun ouders om (voor) te lezen. Resultaat: betere leerprestaties, minder onderwijsachterstanden en dus voor u besparing van hoge kosten.
5. Uw Openbare Bibliotheek stimuleert lokale ontmoeting en ontwikkeling
Kom langs en zie de ruimten voor studie, voor huiswerk, voor het zoeken naar een baan, voor exposities en voor cursussen, lezingen, ontmoeting en debat. Het aanbod is geheel afgestemd op wat de (wijk-)bewoners vragen en nodig hebben, van peuter tot overgrootouder.
6. De Openbare Bibliotheken hebben gezamenlijk een landelijke digitale bibliotheek opgebouwd
Zo is het mogelijk het aanbod van digitale producten en diensten voor uw burgers voortdurend uit te breiden en te vernieuwen.
7. Uw Openbare Bibliotheek is financieel en juridisch aantrekkelijk
Kijk: de bibliotheek is niet commercieel en valt door een uitzondering in de auteurswet onder leenrecht en niet onder het veel duurdere verhuurrecht. De bibliotheek mag zonder verdere onderhandelingen met uitgevers materiaal uitlenen.
En, over de subsidie aan uw bibliotheek hoeft u als gemeente geen 21% btw af te dragen.

woensdag 7 mei 2014

"Het geluid, waar is het geluid gebleven?"


"Oh, en ik heb het filmpje afgemaakt".
"Sorry?".
"Ik heb het filmpje afgemaakt".
"Maar, dat zouden we samen doen".
"Ja. Maar jij stond weer eens te wachten op een trein die nooit kwam en bovendien, zeg nou zelf, je weet nog steeds nauwelijks hoe de iMac werkt".
"ieMak".
"iMac!".

Een paar maanden terug kochten de leukste vrouw ter wereld en ik een nieuwe computer. Omdat de Windows laptops vergeven waren van de virussen en we steeds maar hoorden dat je met Apple dingen al bijna vanzelf geniale filmpjes en ander creatief spul kon maken besloten we over te lopen.

Het was op een superstormdag. Dat weet ik nog. Eerder had ik al een zwaar boze blik geworpen naar het verkoopmeisje dat, terwijl de regen nog net niet door de ruiten sloeg vanachter de toonbank van een nu failliete boekhandelsketen zuchtend onbenullig vroeg of ze de stapel van 10 nieuwe boeken ook nog in een tasje moest doen.

Met dat humeur betrad ik het Applepaleis aan het Leidsche plein. Al vlug ontmoette we daar verkoper Kevin. Hij was binnen twee ademteugen onze nieuwe beste vriend. Nadat we met behulp van onze nieuwe beste vriend een iMac (die ik nu nog steeds ijzerenheinig ieMak blijf noemen) hadden uitgezocht en hij ons had overgedragen aan twee andere Applemensen die ook al onze beste vrienden leken te zijn en die het verkoopritueel verder af zouden ronden, stonden we buiten met een enorme doos. In de regen. En de storm.

Thuis hebben we het ding uitgepakt. Aangesloten. En daarna heb ik met mijn hoofd in mijn handen een tijdje zitten kijken naar dit wonder der techniek. Waarom is er geen delete knop? Wat betekenen die rare frutseltekentjes op de toetsen? Waar blijft iets als je het opslaat? Waarom moet je voor sommige commando's op je toetsenbord met acht vingers tegelijk op iebelig dunne toetsjes drukken?

Ik ben vlug een boek gaan lezen.

Nu, maanden later begrijp ik dat er kinderen van acht zijn die binnen 5 minuten een pracht filmpje kunnen maken in iMovie. Jaloers kan ik op zo'n kind zijn. Ik ben nog steeds in het stadium dat ik vertwijfeld op mooi vormgegeven toetsen druk in de hoop dat er iets gebeurt. Ik hoop niet eens meer dat er gebeurt wat ik wil, iets waarneembaars, daar ben ik al tevreden mee.

"Maar, je kan er toch wel een beeldje stilzetten en dat invoegen?".
"Ja, hier op dat YouTubefilmpje legt iemand uit hoe dat moet".
"Waarom doe je dat dan niet?".
"Omdat ons menu er anders uitziet dan dat van hem".
"Misschien moet je dan een ander filmpje zoeken?".
"Misschien kun jij dat dan doen, als je het zo goed weet!".
"Sorry hoor. Trouwens, waar is het geluid gebleven?".
"Och ($%@#) nou is het geluid (*@@!$) weer weg!".

maandag 28 april 2014

In Bulgarije


Een paard. Een wagen. Man met de teugels in de hand. Vrouw volledig gesluierd ernaast. Dat beeld herkende ik. Check.

De Amerikaan voor het hotel vertelde dat hij in de tram een zes dagen geleden ontslagen advocate bemoedigend had toegesproken. "Jullie moeten niet klagen", had hij gezegd, "Jullie moeten aan de slag". En je moest ook durven dromen. Hij vertelde niet wat de mevrouw had terug gezegd.

Een taxichauffeur die al 40 jaar rondreed in de hoofdstad mompelde dat hij democratie een goed idee vond. Alleen, waar waren de banen gebleven?

Een glimmende auto met daarin twee gezonnenbrilde jongens in trainingspak passeerde de wagen met paard. Uncheck. Dit was het Midden Oosten niet. Dit was geen burqa. De vrouw beschermde zich met een lijfgrote doek tegen de neerstortende regen.

"Er zit een gat in de weg!".
"De hele weg zit vol gaten!".

Ik heb me nooit zo verdiept in voormalig Oost Europa. Het was er. En dat was wel genoeg. Als ik er aan dacht zag ik grijzige, nauwelijks bewegende beelden van lege landschappen waarin oude vrouwtjes met takkenbossen op de rug rondliepen. En ergens klonk de stem van Cherry Duyns die VPRO-langzaam iets uitzichtloos vertelde.

Bulgarije is groen. Heel groen, soms onderbroken door felgele velden met koolzaad. Her en der ligt een grote, grijze stad. Veel van de dorpjes waar we doorheen reden stonden voor driekwart leeg.
Mocht u nog een mooi gelegen dorpje willen kopen, Onak (kan ook Onek zijn) staat vrijwel geheel leeg.

We pasten in een klein dorpje dat voor meer dan de helft vervallen stond te zijn op twee honden. We liepen door druilerige Oost Europa bossen en reden over bomkraterwegen door met zon overgoten velden. We kwamen langs enorme, leegstaande voormalige partijgebouwen die ook in de kleinste dorpjes door iedereen genegeerd werden. We zagen mensen het land bewerken met hulpmiddelen uit een agrarisch museum.

De durven dromen propagerende Amerikaan ging de volgende dag naar Athene. En daarna zo om de drie dagen naar weer een andere hoofdstad. Hij leek nog maanden onderweg te zullen zijn. Er zat iets kleinerends in zijn combinatie van weten hoe het moet en het zijn van een voorbijganger. Maar ik had geen zin in een discussie.

In Nederland, voorbij Alkmaar waar alles keurig, heel en glanzend was zei de leukste vrouw ter wereld, "Eigenlijk is het een wonder dat er niet nog veel meer Bulgaren naar Nederland komen".

We zijn al een paar dagen terug uit Bulgarije maar we zijn nog lang niet thuis.






vrijdag 11 april 2014

En alle vier zaten we met tranen in onze ogen


Tussen dit blog, mijn blog en het werkblog waar ik ook wel eens iets op (of voor) schrijf zit een verschil. Maar vandaag niet. Daarom een tekst van daar nu ook hier.

Zelden zal een liedje zo ontoepasselijk zijn geweest als het liedje van vandaag.

Vrijdags mag er een liedje, en ergens in de dagen voor vrijdag verzin ik welk lied.
Happy van Pharrell Williams zou het worden. Niet omdat het zou mooi is, ook al is het zeldzaam lastig uit het hoofd te krijgen als je het voorbij hoort komen, maar omdat er overal op de wereld van die leuke filmpjes bij gemaakt worden.

Maar dat was dus voor we met tranen in onze ogen zaten.

Na vandaag ben ik twee weken met vakantie. En daar kon ik die Happy filmpjes mooi bij gebruiken. Eerst één uit Dahab in Egypte, omdat het de tijd van het jaar is om daar te zijn en om daarna de Sinaï in te trekken. Maar de Sinaï is onveilig dus zou het volgende filmpje uit Jordanië komen. Maar dat ging ook niet door omdat ik plots op twee honden ga passen die eerst in Turkije woonden (filmpje) maar die nu net naar Bulgarije zijn verhuisd. En dan een Happy filmpje dat in Bulgarije is gemaakt.

Maar dat was dus voor die tranen, alleen kan ik nu niet meer op een ander liedje komen.

Afgelopen woensdag kregen we te horen dat de bibliotheek volgend jaar 40% minder subsidie zal krijgen. Zo'n 260.000 minder is dat. In één keer.

En die boodschap breng ik nu nog gauw over aan de mensen die hier werken. Voor ik naar Bulgarije ga.

En er is boosheid, verslagenheid, opstandigheid. En er is een vreemd soort melancholie. Omdat we om ons heen kijken naar wat we in de afgelopen jaren hebben opgebouwd hier. Een plek waar mensen graag komen, waar bezoekers Noord-Hollands nuchter maar met veel persoonlijke vriendelijkheid worden geholpen, waar alle scholen komen, waar dingen gebeuren, waar we met een klein team zonder al teveel nota's en planningen heel veel doen.

En ik zou willen dat ik nu mooie, hoopgevende zinnen kon zeggen, of schrijven. Maar ik ben nooit een voorstander geweest van liegen, of je groter voordoen dan je bent.
Op dit moment weten we het gewoon even niet.

Natuurlijk gaan we onze vreselijkste best doen om er wat van te maken. En natuurlijk gaat dat ook lukken. Maar een zo forse bezuiniging zal een enorme impact hebben op wat we voor de inwoners van Langedijk kunnen doen.

En daarom zaten we, denk ik met tranen in onze ogen.

Een ontoepasselijk liedje, niks aan te doen, ik kan even niks anders verzinnen.

Ton

dinsdag 18 maart 2014

Wit


Het kan aan het moment van de dag gelegen hebben. Het was rond half twaalf, misschien begon de honger te wenken. Maar misschien was het ook wel de hoge "3d printers rulen!" inhoud van het aangehoorde verhaal dat mensen steeds vaker deed kijken op het aan een koordje hangende handige papiertje met aan de ene kant je naam en aan de andere kant het programma.

Weten wie je bent en waar je bent. Ideaal.

Ik was al een paar keer niet naar Bibliotheekplaza geweest. Dan was ik ziek, dan liep er weer iemand op de rails. Ergens.
Zo is er altijd wel weer wat.

Nu heeft er overal en op nog meer plekken al iets gestaan over Bibliotheekplaza. Moet daar dan nog een stukje bij?

Nee.
Niet echt.

Meneer Watson was opbeurend. Bibliotheken zijn niet overbodig, er is een toekomst en we zijn angstwekkend betrouwbaar. Niet lollig, niet sexy maar wel betrouwbaar.
We konden weer uitademen. Misschien ook omdat we niet meer sexy hoefden te zijn.

Er was een futuroloog. Die was wat minder. Misschien omdat 3d printers even leuk zijn maar niet de hele tijd.

Er was een mevrouw van Microsoft. Het rijtje "boys will be boys" voor me riep natuurlijk "Apple" toen ze iets zei als "Wat heb je nog meer nodig?".  Dat was flauw. Zeker omdat het rijtje volgens mij iets te maken had met dat eBoekenplatform dat toch op z'n minst hortend en stotend op gang kwam. Ook op Applespullen.

Toen ik luisterde naar een mevrouw die iets vertelde over hoe je je missie (of visie, dat kan ook) in een echt verhaal om kon zetten en wiens manier van praten me angstig aan Arjan Ederveen in het kwadraat deed denken zat ik achter een mevrouw met een hoofddoekje.

En dat is me het meest bijgebleven, van Bibliotheekplaza.
Het was een leuke dag. Met soms boeiende, misschien zelfs inspirerende verhalen.
Heel ontzettend druk was het niet.  Maar de mensen die er waren waren aardig.
Iedereen kende elkaar.

En iedereen was ontzettend blank.




donderdag 27 februari 2014

Liam Gallagher en zijn handdoek


Zo'n zes mensen doken op de handdoek. Drie van hen gaven het al vlug op, het was ook lastig grabbelen in de bewegende massa. Drie hielden vol. Twee jongens, één meisje. En ze lieten niet los. Er werd gelachen, en daarna boos en nog bozer gekeken. En niemand gaf op of toe.
Een breedgeschouderde beveiliger hield van achter het hek het fysieke geroezemoes in de gaten. Hij lachte er wel een beetje bij.

Voor Liam met zijn handdoek het podium op kwam zat de sfeer er al in. Een meneer filmde zichzelf terwijl hij luidkeels met "My Generation" van The Who meezong. En hij dirigeerde meteen de rest van de aanwezigen die ook wel wilden zingen.

Je zult Liam Gallagher maar zijn. Zo staan je met Oasis nog voor zalen ter grote van een klein dorp te spelen en zo sta je in een niet uitverkocht Paradiso te doen alsof je net zo "massive" en "epic" bent als vroeger. Tenminste, dat zei hij geloof ik, ergens tussen het vaak uitgesproken "wankers" en "fokkin' wankers". Al waren mijn oren al dichtgeklapt toen hij begon te praatbrabbelen.

Oasis was groot, ooit. En, voor wie het vergeten is of misschien helemaal niet wist, Oasis was de band van Noel en Liam Gallagher. Twee broers, de één kon fijn irritant dreinerig zingen, de ander schreef de liedjes. Maar, na ruzie 3561 verliet Noel Oasis en noemde Liam de band Beady Eye. En daar maakt hij nu liedjes mee. Die leuk, soms goed maar bijna nooit dat geniale, instant "dit is eigenlijk een volkslied" gevoel hebben.

Links van me draaide een flink aangeschoten Engelse meneer rondjes met zijn bovenlichaam. Soms leunde hij vermoeid met zijn hoofd even tegen de brede rug van de jongen voor hem. Maar dat gaf niet, hij had zich toen hij daar kwam staan keurig voorgesteld. Met handen schudden en al.Waarschijnlijk had hij ervaring met aangeschoten zijn, hij bleef tenminste keurig overeind tussen het flink bewegende publiek.

Liam deed ondertussen op podium zijn best om "massive" te zijn, of "epic". En dat lukte aardig al bleef het raar dat hij vrijwel het hele concert met een handdoek in zijn handen stond. Hij boog er rondjes mee, hij slingerde het ding rond en zo af en toe hield hij de handdoek voor het publiek. Meer mensen dan ik kon geloven duwden zich dan naar voren om de handdoek aan te raken.

Tussen deze gekkigheid door speelde de band de laatste cd, wat oudere liedjes van Beady Eye en twee nummer van Oasis. Het dreinde, het golfde en Liam was zijn irritante zelf.

De handdoek waaraan getrokken en gerukt was bleef bij één iemand achter. Door het gespring en geduw kon ik niet ontdekken wie er gewonnen had. Maar er werd breed gelachen. Ik hoop dat het meisje won. En dat ze later gaat trouwen met de jongen die ook die handdoek wilde hebben. Misschien zetten ze op hu trouwkaart dan wel een stukje uit Wonderwall.

Because maybe
You're gonna be the one that saves me
And after all
You're my wonderwall

Tegen het eind van de toegift, en door het internet wist iedereen al dat dat "Gimme Shelter" van The Rolling Stones zou zijn, klom Liam over het hek dat het publiek bij het podium weg moest houden. Waren we eerst nog "wankers", nu dook hij tussen ons in en liet zich bevoelen en bejubelen. Toen hij daarmee klaar was ging hij nog een tijdje op de rand van het podium raar staan doen met de microfoon. De band was toen al weg.

Het was een prima optreden, van Beady Eye. Volgende keer gaan we weer. Al was het alleen maar om te zorgen dat Liam Gallagher kan blijven zingen. Want het is of dat, of hij wordt alsnog een psychopatische bankovervaller.

donderdag 6 februari 2014

Blijven zitten


En ik lees een paar dingen.
Wat gemeentelijke nota's, wat beleidsvoornemens van her en der, wat toekomstperspectieven.
Je hebt wel eens van die dagen.

Terwijl m'n ogen over de zinnen strompelen klik ik op de afspeelknop van Spotify. De gratis versie, dus ik negeer de reclame die ik eerst krijg. Dan gaat het verder waar het gister stopte.

When they kick out your front door
How you gonna come?
With your hands on your head
Or on the trigger of your gun

Terwijl The Clash verder zingt en ik steeds vaker struikel over de hypercorrecte optimistische ombuigtaal denk ik vluchtig aan lijn 17.

Het zal ergens in de jaren 80 zijn geweest. Geen woning, geen kroning, dat soort tijden. K, die later C werd en ik zaten in de tram. Lijn 17, op weg van school naar het station. 
Ergens bij de Dam stonden we een tijdje stil. Uit het hokje van de bestuurder klonk een blikken stem die met een "daar gaan we weer" gelatenheid in zijn stem liet weten dat er geen trams meer over het Weteringscircuit konden. Vaag hoorden we iets over ME, en rellen. 

Ondertussen lees ik over participeren, burgerkracht, noodzakelijkheid, bouwen op wat de burger zelf nog kan, instanties als allerallerlaatste achtervanger. 
Hoe verder ik in de teksten kom hoe vaker de woorden "minder" en "afbouwen" vallen.
En ik zoek in de dichtgetimmerde taal naar zinnen als "te optimistische grondpolitiek" en "sorry, het spijt ons, we hebben ons gemeentelijk rijk gerekend en nu dat tegenvalt moeten er voorzieningen weg, maar echt we vinden het ook zonde". Maar ik lees alleen maar over het al bijna obligate verbinden. En dat, hoewel alles minder wordt de kwaliteit zal toenemen. 

En ik denk even terug. Aan lijn 17. Aan dat we, na het horen van de plek waar je niet kon komen, vlug bespraken hoe we daar dan zo vlug mogelijk zo dicht mogelijk bij in de buurt konden komen. 
En dat we het dan verder wel zouden vinden. En dat we vooral niet moesten blijven zitten. Maar dat we wat moesten gaan doen.

Terwijl ik verder zoek naar het onvindbare "sorry" in de stukken waar instellingen plots als "te duur" in een "veranderde samenleving" worden omschreven en waarin beleid na de rekensom is geformuleerd weet ik ook wel dat gerel nooit iets echt heeft opgelost.
Maar, en dat zal best onterecht weemoedig zijn, in ieder geval was er emotie. Woede, hoe onterecht en fout de stenen misschien ook waren. En boosheid lost niets op. Dat is zo. Maar vriendelijk lachend participerend meegaan in het uitgummende calculatorbeleid ...

En, terwijl ik wat regels van het volgende liedje op Spotify meehum, verdring ik het besef dat ik zelf waarschijnlijk ook niet meer uit lijn 17 zou stappen, en dat ik het Weteringscircuit zou mijden.

White riot - I wanna riot
White riot - a riot of my own
White riot - I wanna riot
White riot - a riot of my own